Excursie Jufferbeek

17 april 2016

In februari 2015 hebben we een lezing gehad van Martin Degen over de Jufferbeek. De Jufferbeek is de bovenloop van de Deurningerbeek en stroomt door het Holthuis. Het thema van de lezing was “Hout in de beek – leven in het water”. Diezelfde avond is meteen vastgelegd om in het voorjaar van 2016 een excursie te houden onder de leiding van Martin, als medewerker van het Landschap Overijssel.
We zijn deze morgen met negen mensen bij elkaar gekomen om de loop van de Jufferbeek te volgen en om te zien welk effect het heeft gehad dat er hout in de beek is gebracht. Om 9 uur lopen we langs een dennenbos richting de beek. Rechts zien we een metershoge wal als afscheiding van de autosnelweg.

We lopen het bos in en zien een poel die wel een opschoning kan gebruiken. Wat verderop in het bos komen we bij een soort vallei, dit is een zogenaam de splitterbox. Hier werden in de oorlog vliegtuigen gestald, wanneer het gevaar dreigde om het vliegveld te bombarderen. Deze plekken werden dan gecamoufleerd om ze onzichtbaar te maken vanuit de lucht. Er ligt een plan om er een kunstmatige dassenburcht in te maken met een kijkhut om de dieren te kunnen observeren. Dat hier dassen voorkomen zien we verderop bij het Kattenven, waar we diverse graafsporen zien. Voor enkelen van ons is dit een bekend ven. Vroeger werd hier veel geschaatst. We horen hier de fitis, roodborst, zanglijster en de boomklever. Van de das gaat het gesprek over naar de vos en de wasbeerhond. Deze is hier al gesignaleerd en de voorspelling is dat er over 10 jaar meer wasbeerhonden zullen voorkomen dan vossen. We lopen langs een geweldig mooie beek, die soms rustig meandert door het bos en dan weer met een haakse diep uitgesleten bocht van richting verandert. In zo’n uitgesleten bocht kan de oeverwal dan zo enkele meters hoog zijn. Een mooie plek voor de ijsvogel om zijn nest te graven. We hebben de ijsvogel vanmorgen al twee keer gezien.De meegesleurde grond van zo’n bocht wordt elders aan de binnenbocht weer aangezet, waarop dan weer planten gaan groeien. Op een wat rechter stuk wordt bij hoog water het zand aan beide zijden weer afgezet en vormen zich natuurlijke dijkjes. Wanneer we de beek oversteken, zien we bij de brug veel voorjaarsbloeiers bij elkaar staan: salomonszegel, bosanemoon, klaverzuring, speenkruid,bosviool en grootbloemmuur.

 
We lopen hier langs een erf met een metershoge laurierhaag. Erg jammer dat in zo’n prachtig gebied gekozen is voor een niet-inheemse soort. We zien hier de groenling en horen de groene specht. Even verder duiken we het bos weer in en volgen opnieuw de slingerende loop van de beek. Het is echt kruip door sluip door. In dit gedeelte zien we veel uitlopers van lindebomen. De uitlopers zijn hier weer uit oude stoven uitgegroeid. Linden staan hier wel in hun biotoop. Ze worden vaak bij boerderijen geplant, omdat ze staan voor nieuw leven.
Bij een plek waar vroeger een boerderij gestaan heeft, proberen we de kracht van de bomen te voelen. Voor enkelen een heel bijzondere ervaring. Niet iedereen is er ontvankelijk voor om de kracht of de aura van een boom te voelen. Overal in de beek zien we hout liggen, waardoor stroomversnellingen ontstaan of juist dode hoekjes zonder stroming waar weer veel blad en ander materiaal blijft liggen. Overal ontstaan zo kleine biotoopjes. Door de variatie in de bodembedekking in zo’n biotoop zijn er kansen voor de macrofauna (libellelarven, bloedzuigers, slakken). Hiervan kunnen de vissen dan weer profiteren. De driedoornige, de tiendoornige en het bermpje komen hier voor. Doordat er hout in de beek is gebracht, is de bodem plaatselijk ± 60 cm gestegen.
Bosdieren, hier is iemand creatief met hout geweest-2Hierdoor zijgt het water meer uit naar de zijkanten van de beek, waardoor de omgeving natter wordt. Er kunnen zelfs kleine moerasjes ontstaan. Vroeger hebben hier ook vloeiweiden gelegen. In het najaar werd het water opgestuwd en in het voorjaar weer afgelaten, waardoor het land bemest werd met het materiaal dat de beek mee had genomen. Bij de doorlaat onder de Ledeboersweg is maar weinig ruimte voor de beek onder het wegdek. Bij hevige regenval komt het water tot de rand te staan. Langs de weg meandert de beek verder en kan hier breed uittreden, als een soort van retentie. Hier horen we de tjiftjaf, grote lijster, boomkruiper, grote bonte specht en de boomklever die ons de hele mogen achtervolgd heeft.
We lopen terug via de pannenkoekenplas en komen zo weer bij het rustpunt van Martin. We sluiten af met een kop koffie. Martin wordt hartelijk bedankt voor de koffie en deze mooie excursie.
Marcel Grunder