Het domineesgezin bracht de zomervakantie vaak door in Katwijk aan Zee. De meeste dagen werden op het strand doorgebracht, maar als het geen strandweer was, werd café Nieuw Brittenburg opgezocht, dan had je in ieder geval uitzicht op de zee. Voor mij was dat extra spannend, want ze hadden daar televisie. En net op die middag in 1956 was de finale van de Tour de France, dus ik moest pendelen tussen het tafeltje met mijn warme chocolade met appeltaart en de TV (ik weet het jaartal nog, omdat de Fransman Roger Walkowiak dat jaar de Tour won; ik weet dat niet omdat ik zo’n goed geheugen heb, maar omdat de naam van de winnaar bij mij is blijven hangen. Via Google is zo’n jaartal dan snel gevonden). Toen ik weer eens bij het tafeltje met het appelgebak was, zag ik dat mijn ouders in een geanimeerd gesprek zaten met een paar dames die ik niet kende. Achteraf bleek dat het de vrouw van dokter Jansen (de huisarts van Weerselo) was met haar dochters. Als we hun wel eens tegenkwamen in Weerselo groetten we elkaar met een vriendelijk knikje, maar met elkaar praten was er nooit bij. Maar in Katwijk, waar niemand hen kende, was een gezellig gesprek goed mogelijk.