Ds. Brongers predikant 1937-1958

In de zondagsbrieven van de Protestante Stifsgemeente Weerselo  verschenen in 2023 11 collumns van Rien Brongers, zoon van Ds. Brongers. Rien is geboren op ’t Stift. Met zijn toestemming plaatsen we deze informatie en collumns die doorgestuurd zijn door Diny Bolk.

De link naar de columns staan onderaan deze pagina

Ds. Brongers, een a-typische predikant

Mijn vader werd in 1937 beroepen in Weerselo. Hij was toen 33 jaar, en Weerselo was zijn eerste gemeente. Hij was dus vrij oud voor een eerste gemeente, maar de route waarlangs hij in de pastorie op het Stift terecht is gekomen verklaart veel.

Hendrik Antonie Brongers werd in 1904 geboren als oudste zoon in een arbeidersgezin. Na de lagere school ging hij naar de Mulo en dat werd voor hem gelijk het eindstation van zijn reguliere schoolcarrière. Want toen hij zijn einddiploma had behaald, was zijn vader inmiddels werkloos geworden. Er zat niets anders op dan te gaan werken. Hij vond een baan bij de assurantiefirma Hudig & Co in Rotterdam. In de eerste jaren van zijn kantoorleven werd hij lid van de jongelingsvereniging Theophilus. Op een dag werd daar een lezing gegeven over de culturen van het Midden-Oosten. Mijn vader werd daar zo door gegrepen dat hij al gauw wist dat dat de richting was waar hij heen wilde: meer kennis verwerven over die culturen.

De kennis over de talen en culturen van het Midden-Oosten was te vinden aan de Universiteit van Leiden, maar met een Mulo-diploma kon je niet studeren en daarom besloot hij de lange weg op te gaan van het behalen van een gymnasiumdiploma via avondonderwijs en het Staatsexamen. In 1933 was het zover dat hij dit noodzakelijke diploma behaalde en was hij gekwalificeerd voor een universitaire studie. En daarmee doemde gelijk het volgende obstakel op: geld. Dat was er natuurlijk niet, maar de oplossing die zich voordeed was buitengewoon en gaf een beslissende draai aan zijn leven en toekomst.

De fa. Hudig & Co was natuurlijk bijzonder trots op een werknemer die met avondstudie zo ver was gekomen en kwam met een onverwacht voorstel: de familie Hudig had al jarenlang een fonds voor zonen in de familie die theologie wilden gaan studeren, maar omdat de familie niet buitengewoon kerkelijk was, had nog nooit iemand een beroep op dit fonds gedaan. Kennelijk zat er ruimte in het reglement van het fonds, want de familie besloot om mijn vader een studiebeurs aan te bieden. De voorwaarde was wel dat de gekozen studie theologie moest zijn. Omdat theologie dicht aan ligt tegen de talen en culturen van het Midden-Oosten, werd het aanbod dankbaar aanvaard door mijn vader. Maar er was nog een belangrijke voorwaarde. Het was 1933, dus crisistijd, en de familie Hudig was wel zo zakelijk ingesteld dat zij inzag dat dit ook een heel nette manier was om het personeelsbestand in te krimpen. Daar kwam bij dat mijn vader op kantoor mijn moeder (Gerritdien Weekhout) had leren kennen. De aanvullende voorwaarde werd dus dat mijn ouders zouden trouwen (20-7-1933) en naar Leiden zouden vertrekken. Daarmee was de studiewens van mijn vader vervuld en was Hudig & Co in één klap twee werknemers kwijt.

De studietijd verliep voorspoedig, en na het proponentsexamen in 1937 was mijn vader beroepbaar. Weerselo werd zijn start als predikant. Een kleine gemeente, waardoor er tijd beschikbaar was om verder te studeren. Eerst natuurlijk het doctoraalexamen (op afstand) en daarna moest de afronding komen in de vorm van een universitaire promotie. Dit zal geen makkie zijn geweest. In mei 1940 brak de oorlog uit en in de oorlogsjaren werden in huize Brongers drie zoons geboren wat de rust om te studeren niet bevorderd zal hebben. Door de bezetting was de verbinding met de universiteiten in het Westen natuurlijk slecht. Wie de uitgebreide literatuurlijst achterin het proefschrift ziet, begrijpt direct dat hij de meeste van die boeken niet in eigendom gehad zal hebben. Dat betekende dat ze per post moesten komen van de universiteitsbibliotheken in het Westen en de Kon. Bibliotheek in Den Haag. En dat in een periode dat er nauwelijks een fatsoenlijke postgang was.

Ondanks alle belemmeringen werkte mijn vader vastberaden door aan zijn proefschrift, en enkele maanden na de bevrijding vond zijn promotie plaats in Leiden. Na het proefschrift volgden nog een aantal boeken en tijdschriftartikelen, meest op zijn geliefde vakgebied van de talen en culturen van het Midden-Oosten. In 1958 volgde de erkenning vanuit de wetenschappelijke hoek in de vorm van een aanstelling als wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de universiteit in Utrecht waar zijn taak enerzijds was om theologiestudenten te onderwijzen in de exegese van het Oude Testament en anderzijds om onderzoek te doen op ditzelfde gebied.   Het was een enorme domper voor mijn vader en het hele gezin dat mijn moeder, die hem zoveel jaren gesteund had in zijn wetenschappelijke ambities al in 1960 kwam te overlijden. Maar de kans die hem werd geboden in Utrecht heeft hij met beide handen aangegrepen wat geresulteerd heeft in een lange reeks publicaties. In 1967 werd hij benoemd tot persoonlijk lector (een eer die maar zelden wordt betoond voor bijzondere wetenschappelijke verdiensten). Nog een aantal jaren na zijn emeritaat in 1975 bleef mijn vader wetenschappelijk actief. Hij overleed in 1986 en is begraven op het Stift.

Rien Brongers

Meer informatie over ds Brongers is hier te vinden>>>

   Prof.ds. Brongers

De collumns geschreven door Rien Brongers 

Column 1 Wonen op het Stift

Column 2: Glazen huis

Column 3: De Stiftsschool

Column 4: Buitenschoolse opvang

Column 5: Henk Kollen

Column 6: Het postkantoor

Column 7: De middenstand

Column 8: Het mandement

Column 9: Wonen in de pastorie

Column 10: De zuivelfabriek