Vlinders in Nederland worden zeldzamer. Een helaas al jaren te lezen sombere conclusie. Goed dat we deze zondagmiddag in de Wiekermeden met z’n tienen nog konden genieten van zo veel mooie vlinders bij zonnig en nogal warm weer.
Onze deskundige gids Jacques Gerard, die met fiets uit Enschede gekomen is, zit ons al op te wachten op het nieuwe bankje aan de Broekweg. Kort na begin van onze wandeling zien we een bruin zandoogje en bij de overgang van asfalt naar zandweg de kleine ijsvogelvlinder. Jacques vertelt dat bij z’n voorverkenning zopas een grote weerschijnvlinder op z’n broek lande, hetgeen Ans de uitspraak ontlokte: “Die kent z’n vrienden”. Even verderop op een strook bramen in de bosrand zien een groot dikkopje, citroenvlinder, hooibeestje, geaderd witje en distilvlinder.
En dan een enthousiaste Jacques: “daar … daar is ie, de grote weerschijnvlinder!” Je moet wel goed kijken. Tegen de stam van een grauwe wilg zit deze schitterende vlinder met z’n blauwpaarse weerschijnkleuren. Iets lager tegen de stam een atalanta. Onze fotografen verdringen zich voor een plaatje.
Wat verderop op de zandweg horen we een tuinfluiter en kunnen we op een valeriaanstruik een heel stel bruine zandoogjes van dichtbij gadeslaan. Op de achtergrond probeert de Japanse duizendknoop na een forse snoeibeurt weer terrein terug te winnen. Bij het naderen van de bosrand zien we een boompieper en een aantal libellen: oeverlibel, bruine korenboutlibel en mannetje vuurlibel met z’n grote ogen. In haar web met een zigzag structuur tussen struiken zit vrouwtje wespspin. Voor hun mannetjes heel interessant, maar levensgevaarlijk.
Op de zandweg zit een landkaartje. Op een onlangs gemaaid veldje zien we een groot aantal sint-jansvlinders die hun plekje gevonden hebben op de verspreid staande distels. Even verderop een gehakkelde aurelia en koevinkje en tegen de bosrand kleine ijsvogelvlinders op bloeiende braam, hun nectar en voedselplant. Dichtbij staat kamperfoelie, waar de rups van deze vlinder voedsel vindt.
Op de terugweg blijkt de grote weerschijnvlinder nog steeds tegen de stam van grauwe wilg te zitten en zich te goed doet aan sap uit de stam. Weer aangekomen bij het bankje zijn we nog met z’n drieën: Jacques, Marcel en uw notulist. Heel geleidelijk zijn de anderen om reden iets eerder afgehaakt. Niet vanwege onze gevleugelde vrienden, integendeel. Allen hebben we volop genoten van een geslaagde vlinderexcursie.
Gerard Wolbert

