4 mei 2025 Wandeling over de Lemelerberg/ Archemerberg

De Lemelerberg maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Vecht Beneden Regge. Vanaf 2021 is Landschap Overijssel bezig geweest met het herstel van de heide, deze werd overwoekerd door bomen en struiken en was langzaam bezig af te sterven. Maatregelen, die in het kader van de Natura2000-opgave zijn genomen: in totaal is hier ongeveer 20 hectare bos omgevormd naar heide. Na het verwijderen van de strooisel laag en de stobben, is er heidemaaisel opgebracht en later ook kalk en steenmeel. Zo kan de heide hier weer goed groeien. Heidecorridors verbinden kleinere heidevelden met elkaar zodat dieren als het heideblauwtje en de zandhagedis elkaar weer kunnen bereiken.
Op de Archemerberg groeit tussen de heide vaak bosbes, maar ook bochtige smele en korstmossen zoals rendiermos en bekertjesmos. Dit vormt mooie groene onderbrekingen in de heide. Verder zijn er karakteristieke struiken zoals brem en jeneverbes te vinden. Op lagere vochtige plekken kan dophei en soms veenmossen voorkomen.

Deze keer gaan we met de natuurgroep wat verder weg: de Lemelerberg/Archemerberg. We gaan een wandeling maken over voornamelijk de Archemerberg o.l.v. gids Bert Kroeze. Bert is vrijwilliger bij Landschap Overijssel en is ook schaapsherder van de kudde op de Lemelerberg. We starten bij boscafé de Lemeleresch, hier wacht Bert al op ons. We zijn op deze 4e mei met 13 natuurliefhebbers. Via een klein stukje bos gaan we richting de heide en vinden al gelijk een typisch plantje voor deze omgeving: de kruipbrem. Ook de heidebrem komt hiervoor. Meteen als we langs de bosrand lopen horen we een gekraagde roodstaart, boomleeuwerik en een fitis. We gaan nu richting de heide en Bert verteld, dat ze hier wel last hebben van het heidehaantje. Hierdoor sterft de heide af. Er ontstaan lege plekken, waarna er gras begint te groeien. Daarom laat men in dit gebied schapen grazen en dit geeft de heide weer een kans. Dus het probleem is niet erg groot. Verder zijn er in 2025 geen lammeren geboren. Bewust zijn er geen ooien drachtig gemaakt i.v.m. blauwtong. Bert heeft nog geprobeerd zijn collega met de kudde te vinden, maar dat is helaas niet gelukt.


We gaan een beetje kris-kras over de Archemerberg, maar langzaam gaan we wel richting de top, met af en toe een flinke klim! Tussendoor genieten we van de klanken van de veldleeuwerik, boompieper, geelgors, kneu en een enkele vink. Kenmerkend van de veldleeuwerik is dat hij al zingend naar grote hoogte stijgt, daar enige momenten zingend rondvliegt om vervolgens in stilte te dalen. De vogel bakent zo zijn territorium af. In de lucht zien we een torenvalk, een wespendief en een buizerd zweven. Die proberen hier hun dagelijkse maaltjes te verschalken.
Hierbij is de wespendief wel enigszins bijzonder: een roofvogel en uniek door zijn uitgesproken voedselvoorkeur: larven, poppen, volwassen wespen en honing. Graaft grondnesten van wespen uit. Ook de zandhagedis komt voor op de flanken van deze heuvels.
Op de top aangekomen heb je een enorm mooi uitzicht en kun je plaatsen als Almelo, Rijssen, Holten, enz. duidelijk waarnemen.


Bert merkt op, dat de Lemelerberg bekend staat om zijn bronnen, die ontstaan zijn door een leemlaag in de berg. Deze leemlaag zorgt ervoor dat regenwater niet diep de grond in zakt, maar aan de oppervlakte blijft stromen en op bepaalde plekken als bronnen tevoorschijn komt. Er zijn minstens drie waterbronnen op de Lemelerberg, en de precieze locaties worden geheimgehouden om de natuur haar gang te laten gaan. Verder vertelt Bert nog een bijzonder verhaal: in 2021 is de lammergier gespot in de omgeving van de Archemerberg en de Lemelerberg in Lemele. Vogelspotters vanuit het hele land trekken massaal naar dit natuurgebied om de enorme vogel met eigen ogen te zien. De naam Lammergier stamt uit de tijd dat men dacht dat de vogel op lammeren en zelfs kinderen joeg. In Europa is dat een van de redenen geweest dat het dier halverwege de 20e eeuw vrijwel is uitgestorven; lange tijd werd er jacht op gemaakt. Het is een zeer grote roofvogel met een opvallend wig-gevormde staart. De lengte is 100 tot 115 cm en de spanwijdte 250 tot 282 cm. De Lammergier is een echte bergvogel, die in Europa voorkomt in de Pyreneeën en de Alpen. Deze roofvogel is geen vaste gast in Nederland en België. Dat maakt deze waarneming erg bijzonder.
Na een wandeling met heel veel informatie en indrukken gaan we terug naar het parkeerterrein, waar we van de heerlijke koffie van Toon genieten en een paar heerlijke plakken cake van buurvrouw Annie!

Natuurgebied Lemelerberg bestaat uit een stuwwal die zich ten westen van het Overijsselse Lemele en ten noordoosten van Lemelerveld bevindt. Het gedeelte dat Lemelerberg heet is ruim 60 meter hoog. Met 77,9 m is de aan de noordzijde van het gebied gelegen Archemerberg het hoogste deel van de stuwwal. Ten oosten van het natuurgebied loopt de N347 (Ommen – Hellendoorn/Nijverdal – Rijssen). Aan de westzijde loopt de Oude Raalterweg die later overgaat in de Ommerweg.

Geologie en landschap
De stuwwal met de Lemelerberg en de Archemerberg is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Ook de Sallandse heuvelrug en andere heuvels in de omgeving zijn toen ontstaan. Het oprukkende landijs heeft grote hoeveelheden bevroren zand, grind en klei, voornamelijk door rivieren gedeponeerd, voor zich uitgestuwd en als grote schubben dakpansgewijs op elkaar gestapeld. Het door het ijs meegevoerde materiaal, de grondmorene, keileem met veel zwerfstenen uit Scandinavië, kan men langs de rand van de stuwwal vinden. Op veel plaatsen is de keileem geërodeerd, waardoor een bestrooiing van stenen is overgebleven.

Ten noordwesten van de stuwwal komen stuifzandgebieden voor. De zandverstuivingen zijn vooral het gevolg van menselijke activiteiten, zoals branden, kappen, plaggen en steken, waardoor gemakkelijk verstuiving optrad en het zand tot duinen opwaaide. Langs de flanken van de hoge stuwwal is op deze manier een nieuw reliëf ontstaan.

Jos Wolbert