Vlinderexcursie Agelerbroek & Voltherbroek , zondag 8 juli 2018

Vlinderexcursie Agelerbroek & Voltherbroek

Bij een sabelsprinkhaan zitten de oren op het scheenbeen net onder de knie, maar waar zitten de oren van een vlinder eigenlijk? En kunnen ze überhaupt wel horen? En die rups op dat blad daar, is dat de rups van de atalanta of van de distelvlinder? Je kunt het Jacques Gerard allemaal vragen: het is voor het veertiende achtereenvolgende jaar dat hij onze gids is en hij laat ons graag in zijn kennis delen. Maar laten we beginnen bij het begin: afgesproken was dat we bij elkaar zouden komen waar de Kanaalweg Z

Landkaartje

Z. en de Laarweg een T-kruising vormen. Om 13:45 u. hebben zich zes deelnemers gemeld. We lopen in zuid-oostelijke richting de Laarweg af de marke Volthe in. Rechts van ons stroomt nauwelijks merkbaar de Roelinksbeek, die aan de noordkant van het kanaal de Tilligterbeek genoemd wordt. Wanneer, zoals nu, het zonnetje wil schijnen is dit een ideale plek voor het lantaarntje. We zien er tientallen. De eerste vlinder die zich toont is een atalanta, maar voor we verderop links afslaan kunnen we ook een klein ge-aderd witje, het bont zandoogje en een oude kleine ijsvogelvlinder noteren. Bij het bijna stilstaand plantenrijk water van de beek houdt een mannetje bloedrode heidelibel zich op. Als we met de bocht mee van de beek af wandelen zullen we veel witjes tegenkomen: de citroenvlinder, het groot koolwitje, het klein koolwitje en ook weer het al genoemde klein ge-aderd witje. Icarus-blauwtjeOpnieuw, maar nu in groter getale, komen we de kleine ijsvogelvlinder tegen. Er waar die te vinden is kun je ook de grote weerschijnvlinder tegenkomen, en dat is de stille hoop van onze gids. Meermalen zie je Jacques een blik naar boven werpen, naar de toppen van de bomen waar deze vlinder zijn territorium houdt. Maar voorlopig moet hij zich tevreden stellen met een paar prachtige landkaartjes, koevinkjes, bruine en bonte zandoogjes en een fraai icarusblauwtje dat klaver als waardplant heeft. Een rusteloze kleine vuurvlinder strijkt even neer om een momentje te zonnen. Tussendoor snort een glazenmaker voorbij: het is er eentje met bruine vleugels, en onder de libellen is er daar maar eentje van, de bruine glazenmaker dus. Het gamma-uiltje dat we waarnemen is volgens onze gids een zwartspriet. We zien verder nog een dagactieve vlinder: twee Sint-jansvlinders doen zich tegoed aan leverkruid. Wie we ook voor een maaltje zagen zorgen, was een spin met een zwart achterlijf waarover felle gele banden lopen: de wespspin, ook wel tijgerspin geheten. Hij was net bezig een gevangen mot in te pakken. KoevinkjeWe zijn aangekomen op de kruising Laarweg – Broekweg, waar we links afslaan, het Voltherbroek in. Het pad wordt hier boomrijk dus is er volgens Jacques kans op bosvlinders als de gehakkelde aurelia, het boomblauwtje, de kleine ijsvogelvlinder die we al eerder tegenkwamen, en als we geluk hebben de grote weerschijnvlinder. Onze gids zei niets teveel: de drie eerstgenoemde lieten zich al snel zien maar op de grote weerschijnvlinder blijft het wachten. We kwamen er nog één vlinder tegen die we daarvoor niet hadden opgemerkt: de kolibrievlinder, een pijlstaart, een nachtvlinder dus die dagactief is. Intussen zijn we weer bij het kanaal uitgekomen, en wandelen rustig linksaf richting ons startpunt, terwijl we elkaar ondertussen wijzen op de toch vrij zeldzame zwanenbloemen aan de waterkant, op een waterjuffer die naar de naam roodoogjuffer luistert, en als op leverkruid maar liefst drie dagpauwogen zitten te pronken wordt dat zo’n beetje de laatste foto. Het is 16:00 u. als we bij de fietsen en auto’s aankomen. Jacques slaat nog een laatste blik op de top van een grauwe wilg, de waardplant van de grote weerschijnvlinder, tevergeefs. De vier weken dat deze vlinder vliegt zijn door het mooie voorjaar wat eerder dan anders verstreken, vermoedt hij. Het duurt nog even, maar volgend jaar krijgen we een nieuwe kans. En als we onze gids van deze middag hartelijk hebben bedankt gaat iedereen tevreden naar huis.

Antoon van der Vring