Vlinderexcursie op de Lonnekerberg

Citroenvlinder

Vlinderexcursie op de Lonnekerberg, zondag 11 juli 2021

Jacques Gerard moest er even over nadenken, maar het was tussen 2000 en 2003 dat de Natuurgroep hem voor het eerst vroeg ons te gidsen door de wereld van de vlinders, en dat is tot de dag van vandaag zo gebleven! Jacques staat ons op te wachten op de kruising Oude Deventerweg – Bergweg, bij een van ‘de kleigaten van Smulders’, plassen ontstaan door kleiwinning, nodig om bakstenen van te maken. Een eerste atalanta laat zich zien, en met haar voorzichtig ook de zon. Wanneer de vijfde en laatste deelnemer zich meldt rijden we een paar honderd meter door en parkeren onze voertuigen bij de witte slagboom van het Landschap Overijssel, dat zorg draagt voor dit mooie natuurgebied. Waarom Jacques voor dit bosgebied gekozen heeft, willen we weten. Om de eenvoudige reden dat bosvlinders het redelijk doen vergeleken met de vlinders die het moeten hebben van waard- en nectarplanten in grasland en op akkers: die zijn er nauwelijks, en ook ontbreken verbindende bermbloemen. Een soort dat zich graag ophoudt in bossen en bosranden en zich dan ook snel

gehakkelde aurelia

laat zien is het bont zandoogje, maar ook het mannetje citroenvlinder fladdert rond, evenals nog twee witjes en een fraaie atalanta. Wat verder weg groeit kamperfoelie tussen bramen, en onze gids is allerminst verbaasd als hij daar twee kleine ijsvogels ziet vliegen: kamperfoelie is de waardplant van deze toch wat zeldzame vlinder, en van de braam haalt ie zijn nectar. We zullen ze onze tocht opvallend veel tegenkomen. Als er op open plekken, en die zijn er in dit bos regelmatig, iets oranjeachtigs rondfladdert blijkt dat vaak het groot dikkopje te zijn. Op een zo’n open plek zitten in een kruidenvegetatie twee koevinkjes, in een zodanige houding dat onze fotograaf opmerkt dat hij zich wel kan indenken wat ze aan het doen zijn, waarop onze gids spontaan Latijn gaat praten: ‘‘copula’. Bij een bocht boven water deze keer geen vlinder maar twee azuurwaterjuffers. Ook prachtig, evenals de gevlekte smalboktor die we twee keer op braambloesem zagen zitten. En uit de wereld van de planten viel op: de vrij zeldzame

groot dikkopje

bospaardenstaart met zijn lange dunne boogvormig overhangende takken, en het wat algemenere heksenkruid. Terug naar de vlinders: van de soorten die we tijdens deze excursie tegenkwamen vergat ik nog te vermelden het boomblauwtje, vroeger ook wel vuilboomblauwtje genoemd, de gehakkelde aurelia en het klein koolwitje. En ook hoort in dit lijstje de rups van de helmkruidvlinder thuis, een nachtvlinder, gesignaleerd uiteraard op zijn waardplant helmkruid.

koevinkjes

Na drie uurtjes ontspannen en met aandacht op de Lonnekerberg rondgewandeld te hebben, nemen we op gepaste wijze afscheid van Jacques Gerard, waarna iedereen tevreden naar huis gaat: het was weer een mooie excursie.

 

Antoon van der Vring