Een wandeling door het Junnerkoeland o.l.v. Jan en Gerry Haselhorst.
Na een lange periode met hoge temperaturen en dat nog wel in mei, was het vanavond dreigend. Rollende wolken, de beklemmende hitte en die dreigende luchten met het gerommel in de verte lieten ons flink doorlopen.
Dreigende luchten hingen boven een oud historisch landschap. We liepen voorbij boerderijen met rieten daken, met wanden waarbij zwarte planken gepotdekseld, boven elkaar geplaatst zijn.
In het veld liepen een kudde IJslandse koeien, alsof de tijd heeft stil gestaan. Een eeuwenoud landschap, het Junnerkoeland, een 100 ha groot natuurgebied in Ommen, dat ligt tussen Arriƫn, Junne en Stegeren. Samen met andere gebieden rondom vormt het een 300 ha groot natuurgebied in eigendom van Staatsbosbeheer.
De boeren uit Junne lieten er vroeger hun koeien grazen langs de Vecht. Vaak was de grond overstroomt. Het water bracht voedingsstoffen mee. Door aanpassingen van de Vecht kon dit niet meer. Waardoor het landschap veranderde. Later toen Staatsbosbeheer het beheerde, kwamen de koeien terug en ook de IJslandse paarden.
Dit verstilde gevarieerde landschap brengt bijzondere vogels terug, zoals we zagen vanuit de vogelkijkhut, tevens een schuilplaats voor de regen, die langzamerhand op gang kwam. Grauwe klauwwier, tapuit, roodborsttapuit, veldleeuwerik, geelgors en paapje.
Verderop liepen we door oude stromen waar natte vegetatie groeide. Walstro, muizenoor, zilverschoon, wolfspoot, akkerhoornbloem, tormentil en liggende vleugeltjesbloem. Hogerop groeiden de jeneverbesstruiken op de zanderige bodem met tussendoor de weidekopjes. Deze weidekopjes ontstaan door de gele weidemier. Deze leven onder de grond en zijn bruingeel van kleur. Het voedsel wordt ondergronds gezocht bij voornamelijk wortelluizen. Deze scheiden honingdauw af, die de mieren kunnen waarderen. De aarde wordt naar boven gewerkt en ziet eruit als molshopen. Bovenop groeit vaak tijm en zelfs de Zwolse anjer, die hier wordt omgedoopt tot vechtanjer. De bovengrond van zo`n weidekopje kan een andere grondsoort zijn dan de omgeving, vandaar ook andere planten. De Zwolse anjer groeit alleen op kalkarme, magere bodem, zoals in heidegebieden. Hij geeft de voorkeur aan mierenhopen.
Na lang gerommel in de verte zette het onweer toch door en begon het hard te regenen. Als verzopen katten kwamen we bij de auto aan. Nat tot op het bot reden we huiswaarts. De kater kwam later. Thuis had het niet geregend, geen drup.
Jozefien Scholten