Vaak hebben we onze voorjaarswandeling in het Samerrott in Duitsland. Vandaag blijven we in de buurt, we wandelen namelijk met 13 personen in Achter de Voort. Achter de Voort is een Natura 2000 gebied doorsneden door het kanaal Almelo-Nordhorn en bestaat uit de Loomanskamp aan de zuidkant en het Asbroek aan de noordkant. De Loomanskamp is een eiken-haagbeukenbos en vogelkers-essenbos. Het Asbroek is een broekbos met tussenliggende graslandjes en enkele poelen. Door de plaatselijke aanwezigheid van kalkrijke leem zijn dit zeer soortenrijke gebieden.
We zetten de auto’s bij de klootschietersbaan aan de Nijenkampsweg en wandelen eerst langs de zuidkant van het kanaal. Bij het hoger gelegen bos aan de Loomanskaamp bloeien vele bosanemonen en daslook. Aan de oever van het kanaal bloeien later in het jaar orchideeën. Ik weet nog dat ik hier met Fennie Holter keverorchissen heb geïnventariseerd. Aantallen weet ik niet meer precies maar, het zullen er tussen de 50 en 150 stuks geweest zijn.
Tot aan de Rossummerstraat zien hier verder: look zonder look, pinksterbloem, glad walstro, speenkruid en vogelmelk. We wandelen nu aan de noordkant lekker in het zonnetje weer in de richting het Asbroek. We zien hier aan de kanaaldijk al veel planten: jacobskruiskruid, hertshooi, havikskruid en moerasspirea, maar de meeste bloeien nog niet. We horen ook een aantal vogels onderweg. Ik zal er een aantal noemen: tjif tjaf, kramsvogel, geelgors, koperwiek, zwartkop en gekraagde roodstaart. We wandelen op een pad langs het Asbroek en steken zo hier en daar het bos in om de bijzondere planten die hier voorkomen te zoeken. Dat is nu mogelijk omdat het al een langere periode droog is geweest. Hier zien we nu toch wel de bijzondere plantenwereld van dit broekbos.
We zien hier een eilandjesstructuur met in de lagere delen zegge en dotterbloemen en op de wat hogere delen staan slanke sleutelbloem, muskuskruid, klaverzuring, salomonszegel en eenbes. We gaan dwars door het bos in de richting van het kanaal. Het kost enige moeite om door dit bos te lopen en we beseffen dat dit in een natte periode niet te doen is. Als we bij het kanaal zijn zien we aan de boswal: aronskelk, gele dovenetel, grootbloemmuur en daslook. We lopen terug naar de auto en zien hier op een dode boom zeven boerenzwaluwen rusten en poetsen. Waarschijnlijk hebben ze net een reis achter de rug van zo’n vijfduizend kilometer of meer.
Wíj rusten na een wandeling van ongeveer vier kilometer bij de auto en drinken een kop koffie. Wat zullen de zeven zwaluwen daarvan denken…
Marcel Grunder